|
All InclusiveDe bar bij het zwembad was dicht. De lichtblauwe luiken van het zeshoekige gebouwtje waren gesloten. Naast de kaart met ijsjes hing een bordje met de openingstijden. Gesloten tussen twee uur en half vier. Hoe haalden ze het in hun hoofd! Gesloten, op het heetst van de dag!    Hij sprak een jongeman in hoteltenue aan en vroeg tegen beter weten in of de bar soms dicht was.     ‘Yes sir. It will open again at three thirty. I’m sorry sir.’     Dan pas? Dat duurde nog vijfenzeventig minuten! Hij had dorst! Hoe was dat nu mogelijk, dat er nergens iets te drinken te krijgen was, met deze hitte?     ‘You can go to the minimarket sir, the minimarket is open.’     Met een ontevreden brom beëindigde hij het gesprek en de jongen liep verder. Minimarket mijn reet, dacht hij. Daar hadden ze natuurlijk alleen lauwe blikken in plaats van bier van de tap. En bovendien moest hij daar gewoon betalen. Daar sta je dan met je all-inclusive. Het verbaasde hem niets. Toen hij de reis boekte had hij het al geweten dat ze hem ter plekke toch nog geld uit de zak zouden proberen te kloppen.     Hij liep langs het zwembad terug naar zijn vrouw. Ze zat onder een parasol op een ligbed en smeerde zich in met factor 20. Hun twee dochtertjes speelden met een Sesamstraattelefoon, een emmertje water en zandbakvormpjes, al was er nergens zand te bekennen.     ‘Heb jij hier ergens die welkomstbrief?’ Hij pakte haar handtas, wroette erin en haalde de envelop tevoorschijn. Welkomstinformatie, stond erop. Informatie, verzuchtte hij, altijd maar informatie.     Het mobiele nummer van de hostess was alleen bedoeld voor noodgevallen, maar dat kon hem niet schelen. Hij liet niet over zich lopen. Als hij haar stoorde had ze pech gehad. Moest ze verdomme maar een normaal hotel regelen met een normale buitenbar met normale openingstijden.     Voicemail. De voicemail van Kiki. Die Brabantse koe heette Kiki, hoe verzonnen ze het? Na het irritant lange piepsignaal hing hij op. Laat ook maar. Hij wist al wat die teef zou gaan zeggen. Dat zijn nu eenmaal de lokale gebruiken. Een uurtje geduld meneer. Het stond in de voorwaarden. Meneer had misschien beter een formule met ultra-all-inclusive kunnen kiezen, dan was alles en iedereen altijd open.     ‘Wat is er toch?’ vroeg zijn vrouw.     Hij zei niets, schudde even zijn hoofd alsof er een vlieg op zijn voorhoofd zat.     ‘Schat,’ vervolgde ze, ‘ik voel me even he-le-maal niet goed. Heb enorme hoofdpijn, zal wel door het slaapgebrek komen. Ik wil eigenlijk even een uurtje op bed gaan liggen, als je dat goed vindt.’     Hij keek naar de twee meisjes en zuchtte. Zijn vrouw sloeg een handdoek om en instrueerde hem dat hij de meisjes over een halfuur nog eens in moest smeren en goed moest opletten dat ze niet te dicht bij het zwembad speelden.     Hij keek haar na terwijl ze wegliep het witte gebouw. Ze zag er niet slecht uit voor haar leeftijd, alleen was die leeftijd inmiddels dermate gestegen dat ze per saldo toch een dikke onvoldoende scoorde. Het oranje badpak had ze al zo lang hij haar kende. Hij schaamde zich voor dat badpak, voor het haar dat er in het kruis aan weerszijden omheen krulde.     Wat nu? Hier nog langer dan een uur wachten tot die vervloekte poolbar openging was in ieder geval out of the question.     Bij de lunch had hij twee halve liters bier gedronken en die hadden hem heerlijk gesmaakt, maar dan ook echt héérlijk. Het was een of ander lokaal merk, iets frisser van smaak dan de Hollandse merken. De glazen kwamen uit een vrieskist, er zaten dunne laagjes ijs op het glas. Hij kon zich niet herinneren dat het bier ooit zo goed was gevallen. Door zijn vermoeidheid – ze hadden die ochtend om half zes gevlogen – was zijn roes snel en aangenaam geweest.     Sindsdien zat hij in te kakken. Zijn keel was droog, hoofdpijn doemde op achter zijn lichte beneveling. Als hij nú snel een bier dronk zou zijn middag nog te redden zijn, anders zouden vermoeidheid en chagrijn onverbiddelijk toeslaan.     Hij keek om zich heen, naar de belachelijke hoeveelheid spullen. Het zou een enorme onderneming worden om de meisjes mee te nemen naar het winkeltje. Vijf minuten inpakken, afhankelijk van de drukte in vijf of tien minuten heen en weer, dan weer vijf minuten uitpakken.     Op het ligbed onder de parasol naast hem lag een handdoek met grote paarse vissen met daarop een zonnebril en een exemplaar van De Da Vinci Code. De spullen waren van een blonde vrouw die net uit het zwembad kwam. Ook Nederlands waarschijnlijk. Hoe oud zou ze zijn? Hij was daar nooit zo goed in. Jonger dan hij in elk geval. Vijfentwintig, dertig hooguit. Ze was topless. Hij zette zijn zonnebril op om onopvallender te kunnen gluren. Haar zware borsten, met kleine, lichtgekleurde tepels, schommelden ontspannen op het ritme van haar passen. Boerinnenborsten. Ze ging zitten met de rug naar hem toe en droogde zich af. Tussen haar schouderbladen bungelde een natte, zware vlecht.     Misschien kon hij haar vragen even op de meisjes te passen. Of alleen op de spullen desnoods, dan hoefde hij niet alles in te pakken. Het jongste kind hing verveeld aan zijn knie, het oudste zeurde om appelsap.     ‘Kom, we gaan appelsap kopen,’ zei hij, en zette de jongste in de buggy. Het kind begon te krijsen; de zwarte buggy had in de zon gestaan en was heet geworden. Hij pakte de handdoek van het ligbed en duwde hem achter haar rug. De blonde vrouw had zich omgedraaid. Hij zag uit een ooghoek dat ze hen bekeek en zijn gezicht werd nog iets warmer.     Het oudste kind zette hij op het rolpankje achter de buggy. De spullen liet hij liggen. Hij deed een T-shirt aan, duwde het wagentje voor zich uit en liep zo nonchalant mogelijk het hotel binnen.     Bij het winkeltje kocht hij twee halveliterblikken. Terug bij het zwembad dronk hij het eerste snel op, voordat het zou opwarmen. De tweede was al lauw, maar beter dan niets. Om kwart over drie was hij door zijn voorraadje heen. Hij had zuinig ingekocht, want vanaf half vier was het weer gratis.     De blonde vrouw lag nog steeds naast hen, nu op haar buik. Af en toe had ze een oog opengedaan en over haar bovenarm glimlachend toegekeken hoe hij met zijn dochtertjes speelde. Het bier had hem milder gestemd, hij had zijn best gedaan en was meegegaan in hun fantasiespel met prinsessen, kabouters en schildpadden, maar nu was hij het langzamerhand beu. Bovendien moest hij ontzettend nodig naar de wc.         In het appartement lag zijn vrouw te slapen met de gordijnen dicht. Het was zo donker dat hij het licht aan moest doen. De meisjes sprongen joelend op het bed terwijl hij ging plassen. Toen hij uit de badkamer kwam zat ze rechtop in bed, haar hand boven haar ogen tegen het lamplicht.     ‘Gaat het weer een beetje?’ vroeg hij.     ‘Mwah. Hoe lang heb ik geslapen?’     Hij keek op zijn horloge. Een uur geleden was ze naar boven gegaan.     ‘Ruim anderhalf uur denk ik. Daar moet je toch van opgeknapt zijn.’     ‘Het gaat al ietsje beter geloof ik.’     ‘Die meiden hebben het onderhand ook wel gehad met die zon. Misschien kunnen ze even hier binnen spelen. Dan ga ik nog even wat drinken bij het zwembad. Heb ik ook nog even wat tijd voor mezelf.’         In de lobby bleef hij staan bij een mededelingenbord. Fitness, darts, bingo, live entertainment, fietsen, aquajogging, en vanavond om half elf sterren kijken in het ‘observatory’ bij het zwembad.     Om vijf over half vier was hij terug. Hij moest zijn promillage weer dringend opvijzelen. Hij vloekte toen hij zag dat de luiken van de bar nog steeds gesloten waren.     Hij nam plaats op een barkruk in de felle zon, zijn hoofd rozig, zijn lichaam zwaar. Verdomd, daar zag hij op een hoger gelegen terras tussen de palmbomen een kleine witte koepel, een echte mini-sterrenwacht.     Hij sloot zijn ogen en voelde de zon branden op zijn kale voorhoofd. Eigenlijk moest hij zich insmeren maar had niets bij zich.     Na tien minuten verscheen een barman en toen deze nog met de luiken bezig was bestelde hij al een halve liter. Het glas kwam ook hier uit een vrieskist, wat een geweldig systeem was dat toch. Hij zette de koude pul aan zijn lippen, sloot zijn ogen en dronk het half leeg. Goddelijk, werkelijk goddelijk.     Toen hij zijn ogen weer opendeed stond de vrouw met de blonde paardenstaart en de boerinnenborsten naast hem. Ze droeg een wit T-shirt met Kermit de Kikker. Leunend met haar onderarmen op de bar wachtte ze op haar beurt. Haar handen omklemden een portemonnee waar het bovenste randje van een strippenkaart uitstak.     Ze bestelde een klein glas bier. Hij vond vrouwen die bier dronken gezellig. Ze keek zijn kant op, even hadden ze oogcontact. Hij glimlachte, zij knikte hem vriendelijk toe. Dat was het heerlijke van vakantie, je zat even naast elkaar bij het zwembad en was al halve bekenden van elkaar.     Hij moest iets zeggen. Nu.     ‘Moet je nog met de bus?’     ‘Wat?’     Hij wees op haar strippenkaart.     ‘Of je nog met de bus moet.’ Het sloeg nergens op, maar wat maakte dat uit? Het deed er niet toe wat je zie, als je maar iets zei. Hij wist heus nog wel hoe dat werkte.     ‘Nee hoor,’ zei ze lachend, ‘ik zou niet weten waarheen.’     ‘Een mooi hotel is het hè?’     ‘Ja, heel mooi.’     ‘Leuke activiteiten ook, zag ik net. Fitness, darts, live muziek.’     ‘Ja, leuk.’     ‘En alles lekker inclusief.’ Hij hield zijn glas omhoog. De barman zette het biertje voor haar neer en zij tilde het ook op.     ‘Proost.’     ‘Proost.’     Hij keek haar na. Bij haar ligbed trok ze haar t-shirt uit en kwamen die stevige memmen weer tevoorschijn. Goeie genade, wat een lekker wijf!     Hij nam een slok. Het bier was al minder koud, en hij goot het in een bak met geraniums. Hij moest ook kleine glazen bestellen, dan warmde het minder snel op. Bovendien waren kleine glazen onvoordeliger, en omdat hij all-inclusive had geboekt was het zaak zich zo onvoordelig mogelijk te gedragen.     Toen de vrouw Kermit de Kikker weer aantrok en nog een biertje kwam halen sprak hij haar opnieuw aan. Hij was al aangeschoten, natuurlijk, maar afgezien daarvan kon hij zich niet voorstellen dat er mannen bestonden die er moeite mee hadden vrouwen aan te spreken. Het stelde toch niets voor?     ‘Weet je wat dat is?’ vroeg hij, wijzend op de witte koepel.     Ze schudde haar hoofd.     ‘Een sterrenwacht. Vanavond is ie open, dan kun je met een echte telescoop naar de sterren kijken.’     ‘Echt waar? Wat leuk.’     Bijtijds bedacht hij dat hij eerst wat moest kletsen alvorens te proberen wat met haar af te spreken. Hij vroeg de gebruikelijke dingen, waar ze vandaan kwam, wanneer ze hier was aangekomen, hoe lang ze nog zou blijven. Ze stelden zich aan elkaar voor en ze dronk haar biertje op de barkruk naast hem.     Het gesprek ging hem vlot af, hij was het niet verleerd, was onderhoudend zonder opdringerig te zijn en maakte de juiste grapjes, maar na het tweede gezamenlijke glas dreigde het toch wat dood te bloeden.     ‘Ik moet gaan,’ zei hij, kijkend op zijn horloge. ‘Misschien zie ik je vanavond nog, bij de sterrenwacht?’     ‘Ja, leuk. Hoe laat begint het?’     ‘Half elf.’     ‘Goed. Tot dan.’     Hij stak zijn hand op naar de barman en stond op van zijn kruk. Heel even had hij moeite zijn evenwicht te bewaren.         Zijn vrouw had de kinderen al in bad gedaan en mooi aangekleed voor het diner. Hij nam zelf snel een douche, opgewonden over zijn afspraakje van vanavond. Hij waste zijn kruis extra grondig, tevreden voelde hij de zwaarte van het halfdoorbloede orgaan. Hij zag het helemaal voor zich. Een half uurtje kijken naar die domme sterren, daarna zou hij haar meenemen naar het strand. Hij zou een hand op haar billen leggen, haar zoenen, en op een van die ligbedjes zou hij haar uitkleden en haar dikke tieten kneden. Ze zou hem pijpen, natuurlijk, en daarna zou hij haar een beurt geven die haar nog lang zou heugen. Op z’n hondjes, hun knieën in het zand. Misschien zou hij haar wel in d‘r kont pakken, ja, waarom niet? Een heleboel jonge, moderne vrouwen schenen dat maar wat lekker te vinden, in een programma van BNN had hij daar laatst een staafdiagrammetje van gezien.     Hij stond erop met z’n viertjes nog een aperitief te drinken in de lobby. Bier voor hem (Warsteiner in een hoog, smal glas), ice-tea voor zijn vrouw en omdat ze geen chocomel hadden namen de kinderen appelsap. Ze zaten in leren fauteuils, aan een glazen salontafel waarin de kroonluchters weerspiegelden. Aan de wanden hingen wijnkruiken met bloemen erin.     ‘Willen jullie nog een appelsap?’ vroeg hij zijn dochters. ‘Nee? Het mag hoor, we zijn op vakantie!’     In het restaurant vonden ze nog een tafel bij het raam, met uitzicht op de baai. Het buffet was onmetelijk. Zijn vrouw nam een gevulde paprika met een klein bordje van het saladebuffet, voor de kinderen schepte ze een paar plakjes rollade met frietjes op. Hij nam ook wat rollade, drie lamskoteletjes met Provençaalse kruiden, gehaktballetjes in een pittige tomatensaus, een varkensspies, een stukje wienerschnitzel met citroen en een tweede bord met gebakken groenten en een röstischotel met spek en ui. Samen dronken ze een fles inclusieve wijn; zij een glas, hij de rest. Wat een fantastisch hotel, zei hij enkele keren tegen haar.     Hij keek om zich heen. De blonde vrouw was gelukkig nergens te zien. De all-inclusive formule verdeelde de gasten in winnaars en verliezers, mijmerde hij. At en dronk je minder dan gemiddeld verloor je, verbruikte je meer dan gemiddeld stond je op winst. Zo simpel was het. Met spijt bedacht hij dat hij aan zijn vrouw niets had, met haar flesjes water, ice-tea en ontbijtbordjes met salade.     Hij at een stuk appelgebak en een sorbet als dessert en daarna sloeg onvermijdelijk de vermoeidheid toe. Hij had het aan zien komen, was eigenlijk van plan geweest zich in te houden met eten. Al het bloed zonk naar zijn maag, in zijn hoofd resteerde slechts een kleurloze mist.     De kinderen vielen om van de slaap, zijn vrouw ging met hen naar boven terwijl hij in de lobby nog een capuccino bestelde. Hij zakte onderuit in dezelfde fauteuil als voor het eten.         Hij schrok wakker van harde stemmen vanuit een luidspreker. Hij knipperde met zijn ogen en keek om zich heen. In de lobby liepen mensen in zomerse avondkleding. De stemmen bleken van de mannen van de live-muziek die een soundcheck deden in de grote zaal. In paniek keek hij op zijn horloge. Gelukkig, pas tien over tien! Er was niets aan de hand! Op de glazen tafel stond zijn onaangeroerde, koud geworden capuccino. Wat maakte het uit, het was toch inclusief.     Hij kwam overeind. Allemachtig, wat voelde hij zich beroerd. Zijn hoofd bonkte, gloeide en suisde, zijn buik stond op knappen, zijn ledematen waren stram, hij had kramp in zijn darmen en pijn in zijn rug van de ongemakkelijke houding waarin hij had liggen slapen. In het toilet deed hij een plas en bij de wastafel spoelde hij zijn gezicht met water. Er hing alleen een heteluchtdroger, zijn voorhoofd depte hij voorzichtig droog met wc-papier. Hij keek in de spiegel. De huid was vuurrood, strak en pijnlijk. Hoe stom kon hij zijn, zich zo te laten verbranden? In de rechterkant van zijn gezicht stond de afdruk van de leuning van de fauteuil. Hij streek de kreukels uit zijn donkerblauwe polo. Tijdens zijn dutje had hij behoorlijk gezweet, maar er was geen tijd meer een schoon shirt aan te gaan trekken. Hij kon beter een paar glazen sterke drank nemen om op te kikkeren en die ballon in zijn buik weg te branden.     In de lobby bestelde hij een glas cognac maar de barman was zo attent hem te waarschuwen dat buitenlands gedistilleerd helaas niet inbegrepen was. Cognac kostte zes euro. Nors vroeg hij wat er dan wél was inbegrepen.     ‘Local liquor, sir,’ zei de barman.     ‘Can you recommend it?’     ‘Yes, of course, I recommend.’     Het spul smaakte naar amandelen en was zoet maar aangenaam sterk. Zeven voor half elf. Hij bestelde een tweede glas, sloeg het achterover en liep naar buiten. De palmen ruisten, de avondwind aaide zacht over zijn verbrande huid. De drank had geholpen, ja, hij voelde zich al een stuk beter, al was hij wel wat nerveus.     Bij de mini-sterrenwacht stonden een stuk of twintig mensen. Daar stond zij, onder een kleine palmboom. Hij liep op haar af en begroette haar joviaal. Ze had zich duidelijk mooi gemaakt. Het haar droeg ze nu los over haar schouders. Op een katoenen broek droeg ze een roze topje met een prachtig decolleté. Ze bood hem een sigaret aan die hij, al rookte hij zelden, dankbaar accepteerde. Hij raakte haar pols even aan toen hij met zijn handen haar aansteker beschermde tegen de wind. Toen ze zich afwendde om haar eigen sigaret aan te steken, tekende zich onder de dunne witte stof van haar broek een witte string af. Een string!     Omdat niet iedereen tegelijk naar binnen kon waren er nummertjes uitgedeeld. Ze had voor hen allebei al een nummer, ze zaten in de eerste groep. Ze moesten nog een paar minuten wachten en keuvelden wat. Zijn baan vond ze interessant. Nog nooit had iemand zijn baan interessant gevonden.     Een Duitssprekende man nodigde de eerste groep uit om de koepel binnen te gaan. In het midden van de bedompte ruimte stond de telescoop. Het instrument stond onder een open strook in het dak, dat uitzicht bood op de sterrenhemel. De man vertelde dat de telescoop gericht stond op Saturnus en vertelde over de grootte van de planeet, de manen en natuurlijk de ringen.     Twee aan twee mochten de deelnemers het houten trappetje op dat leidde naar het plateautje waar de telescoop op stond. Hij liet haar eerst kijken.     ‘Oh,’ zei ze. ‘Wat kun je die ringen mooi zien!’     Hij was een beetje duizelig, van die sigaret waarschijnlijk, en hield zich vast aan de ijzeren reling rond het plateautje. Hij stond naast haar, zijn kruis ter hoogte van haar hoofd. Ja, zo zou ze straks ook voor hem zitten op het strandbedje, dan zou ze zijn broek losmaken en zijn geile harde lul in haar mond nemen.     Met een glimlach maakte ze plaats voor hem. Hij ging zitten op het krukje. Nu hij er toch eenmaal was, kon hij net zo goed even een blik werpen.     Inderdaad, de ringen waren goed te zien, hoewel het beeld onscherp was en hevig trilde. Hij had het gevoel dat hij op een schip zat in zwaar weer.     ‘Das Bild, es trillt,’ zei hij. ‘Wieso?’     Atmosferische storingen, zo legde de Duitser uit.     Hij was misselijk, kneep zijn ogen nog wat toe in een poging het beeld van de eivormige lichtvlek te verscherpen. De sensatie dat hij op een schommelend schip zat werd heviger, hij voelde het in zijn maag. Dit ging niet goed, wist hij plotseling.     Hij kwam half overeind, met de bedoeling zo snel mogelijk het trapje af te gaan en zich een weg naar buiten te banen, maar het was al te laat. De ballon in zijn buik liep leeg in een andere, kleinere ballon die door zijn slokdarm omhoog werd gestuwd. Hij sloeg nog een hand voor zijn mond, maar het braaksel spoot al tussen zijn vingers door naar buiten. Tussen de tweede en de derde golf bereikte hij de buitenlucht met de wachtende mensen. Bij de eerste de beste palmboom viel hij op zijn knieën en verzette zich niet langer tegen de peristaltiek die hem overweldigde.     Na een minuut kwam hij hijgend overeind, in zijn mond de smaak van vette jus en amandelen. Door zijn betraande ogen zag hij de mensen, hij hoorde hun consternatie.     Zij liep langs hem heen, snikkend van ontzetting en afschuw, de flank van haar witte broek van onder tot boven besmeurd met het onmetelijke buffet, de inclusieve wijn en de local liquor. Hij wreef in zijn ogen en keek haar na. Onder haar broek de witte string, boven haar de sterren. terug         |