Benno's bruine brieven

Schrijven over Prins Bernhard is natuurlijk op eieren lopen; vandaar dat de makers van de stripserie ‘Agent Orange’ over het leven van Prins Bernhard zich uitgebreid indekken. Vorige week verscheen deel 2 in deze reeks, ‘Het huwelijk van Prins Bernhard’. Op de pagina waar normaal gesproken de blabla staat die begint met ‘Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd…’ en eindigt met ‘microfiches’ (wat zijn dat eigenlijk?), wordt nu gesproken van een ‘satirische weergave’, ‘geen wetenschappelijke publicatie’ en ‘gedramatiseerde situaties’. Deze firewall tegen de landsadvocaten zal juridisch gezien noodzakelijk zijn, maar je doet het boek te kort als je dat letterlijk zou nemen. Gelukkig zijn het maar kleine lettertjes, en omdat het ‘niet-wetenschappelijke’ boek een zeer zorgvuldig gedocumenteerde indruk maakt weet de lezer wel beter. Wat erin staat is waar, of op zijn minst waarschijnlijk. Des te interessanter dus.
       
Het motto van het boek luidt ‘Met uitdrukking van mijn oprechte verering en de hartelijkste en beste wensen voor de rijkskanselier’, een citaat uit een brief die Bernhard schreef aan Hitler op 1 januari 1937, enkele dagen voor zijn huwelijk met Juliana. In de appendix met documentatie is een facsimile van deze brief afgedrukt. Aanleiding van dit schrijven was het ‘vlaggenincident’ bij een voetbalwedstrijd in Den Haag, waarbij geweigerd werd het Duitse volkslied te spelen en de hakenkruisvlag te hijsen. Bernhard verzekerde Hitler dat de vlag wel degelijk gehesen was en dat het volkslied slechts niet gespeeld werd omdat de leden van de kapel (die op dat moment kennelijk al wél wisten dat de nazi’s tuig waren) niet goed zouden zijn ‘voorbereid’. Maar de voornaamste reden voor de brief was dat Bernhard (op dat moment al tot Nederlander genaturaliseerd) zich zorgen maakte om zijn reputatie in zijn voormalige vaderland. Hij wilde niet dat hij in de Duitse pers als een soort landverrader werd afgeschilderd, distantieerde zich nadrukkelijk van het vlaggenincident en vertelde Hitler geruststellend over een andere door hem bezochte sportwedstrijd waarbij de ‘Hakenkreuzflagge an alle vier Ecken des Feldes gehiest [war]’. En passant refereert Benno aan zijn persoonlijke ontmoeting met Hitler (17-11-1936) waarbij hij ‘die Ehre hatte Sie kennenzulernen und so Liebenswürdig empfangen zu worden’.
        Het beeldverhaal zelf begint meteen goed; de drie plaatjes op de eerste pagina bevatten insgesamt 28 hakenkruizen, waarvan één in de bekende rode baan om de linkerbovenarm van Bernhard. Een veelzeggend beeld, al is het een stripverhaal (foto’s van Bernhard in nazi-uniform zijn ongetwijfeld gemaakt maar nooit gevonden; bij het huwelijk met Juliana zijn de archieven zorgvuldig daarvan geschoond). Het SA-uniform ruilde uniformfetisjist Benno al spoedig in voor dat van de SS, omdat hij dat mooier vond. Een mooi voorbeeld van het pure opportunisme dat Bernhards belangrijkste drijfveer was, of het nu ging om zijn carrière bij IG Farben, zijn maîtresses, zijn netwerkactiviteiten of zijn huwelijk met Juliana. De al eerder genoemde brief aan Hitler is eveneens typerend; al in een vroeg stadium van zijn leven was hij kennelijk bezig zijn imago te managen (al beweerde hij keer op keer dat het hem ‘geen bal’ interesseerde wat de mensen van hem dachten; alleen deze uitspraak al maakt hem een leugenaar), waarbij de ene helft van de pers zijn vijand was en de andere helft zijn instrument. En zo bleef het tot in zijn laatste levensjaar. Ik weet nog goed dat in februari 2004 de ijdelheid het won van de ministeriële verantwoordelijkheid en Bernhard onder de titel ‘Ik acht het mijn plicht’ een hele Volkskrantpagina de ruimte kreeg om zijn stoepje schoon te vegen. Die titel alleen al was Bernhard ten voeten uit. ‘Ik acht het mijn plicht.’ Plichtsbesef; militaristisch en nobel. Goed voor het imago. Maar welke plicht bedoelde hij hier eigenlijk? De plicht zichzelf vrij te pleiten ondanks de inmiddels imposante berg bewijsmateriaal van zijn nazi-verleden en rokkenjagerij? Dat was natuurlijk waar het stuk voor bedoeld was, maar hij deed het voorkomen dat het een ‘plicht’ zou zijn tegenover zijn ouders om aantijgingen aan hun adres te weerleggen. Dat was ook het beeld dat Bernhard zo graag van zichzelf neerzette; het gaat hem nooit om zichzelf, altijd om het beschermen van de zieligen en de zwakken die zich niet kunnen verweren, of het nu gaat om zijn eigen familieleden of Afrikaanse olifantjes. ‘Ik acht het mijn plicht.’ Pfff.
        Met de militaire verdiensten van Bernhard viel het trouwens wel mee, en in de appendix van het stripboek roept Coen Hilbrink terecht de vraag op hoe het mogelijk is dat Bernhard, die in de oorlog alleen op wilde zwijnen heeft geschoten en nooit een voet op bezet grondgebied heeft gezet, in de na-oorlogse beeldvorming uitgroeide tot oorlogs- en verzetsheld. Hilbrink noemt dan ook – zonder ironie - ‘zijn wezenlijke bijdrage aan het voortbestaan van de Nederlandse monarchie zonder twijfel zijn grootste verdienste voor het land’. Die ‘wezenlijke bijdrage’ bestond welbeschouwd uit het produceren enkele kubieke centimeters sperma. Een kunst die Benno als geen ander beheerste. Want al zou je denken dat eer het hoogste goed is voor een militair, er is altijd nog een hoger goed en dat is neuken. Of zou Bernhard het eervol hebben gevonden om als geile ouwe bok van 58 een tienermeisje te bezwangeren? Maar daarover zullen we ongetwijfeld lezen in de nog te verschijnen delen van de Agent Orange-serie. Daar kijken wij reikhalzend naar uit, want de boeken zijn zowel wat betreft de tekeningen als de bijbehorende documentatie van hoge kwaliteit en een aanrader voor een ieder die op een amusante manier kennis wil nemen van de waarheden die schuilgaan achter de Oranje-propaganda van de Rijksvoorlichtingsdienst en de bijbehorende slippendragers bij Volkskrant en Telegraaf.
        En de EO, niet te vergeten. Ik ben reuze benieuwd hoe Bernhard geportretteerd zal worden in de drakerige televisieserie rond de jonge jaren van koningin Juliana die deze weken het scherm oranje kleurt (zondag de 19e november zal hij waarschijnlijk zijn opwachting maken). Ongetwijfeld als innemende jongeman met het hart op de goede plaats. Of zal de EO bijvoorbeeld de gebeurtenissen van 5 januari 1937 verfilmd hebben? Die avond bezochten Bernhard en Juliana een gala-avond in Den Haag in verband met hun aanstaande huwelijk. Op aandringen van Bernhard worden het Duitse volkslied en het Horst Wessel-lied (het strijdlied van de NSDAP) gespeeld, maar de dappere dirigent van het residentie-orkest weigerde deze te dirigeren. Hij werd vervangen door de dirigent van de militaire kapel, de aanwezigen brachten de Hitlergroet en de tekst schalde alsnog door de zaal: ‘SA marchiert mit ruhig festem schritt / Zum kampf steh’n wir alle schon bereit / Bald flattern Hitler-fahnen über alle Strassen.’
        Het eerste deel van de Agent Orange-reeks verscheen kort voor Bernhards dood in december 2004. Hoewel in dit album een kopie van zijn NSDAP-lidmaatschapskaart werd afgedrukt, bleef hij tot een maand voor zijn dood ontkennen ooit lid te zijn geweest. Vlak na het overlijden van de prins leende de Volkskrant wederom haar kolommen aan onze nationale schuinsmarcheerder voor een potsierlijke postume poging te redden wat er te redden viel. Wederom werden wij geacht te geloven dat altruïsme de enige drijfveer was van onze geliefde prins, dat alle opbrengsten van zijn zelfverrijking bedoeld waren om weg te geven en dat alle vermeende misstappen terug te voeren waren op fouten of kwade opzet van anderen (zo presteerde hij het bijvoorbeeld te beweren dat zijn eerste buitenechtelijke dochter de schuld was van Juliana). Zijn pogingen recht te praten wat krom is hadden een averechts effect, want juist daardoor kregen we Bernhard te zien zoals hij werkelijk was: een opportunistische, ijdele macho.
        Vooral de laatste alinea van dit interview is mij bijgebleven: ‘Als de mensen zouden denken “hij was een deugniet”, dan gun ik dat de mensen. Maar ik zou niet willen dat ze zeggen: “hij deugde niet”.’ Blijkbaar kon het hem toch een bal schelen wat de mensen van hem dachten… Nou, Benno, als dit boek iets duidelijk maakt, voorzover dat nog niet duidelijk was, is het wel dit: Je deugde niet. Voor geen meter. Basta!

Agent Orange Deel 2, ‘Het huwelijk van Prins Bernhard’, door Erik Varekamp en Mick Peet. Uitgeverij Van Praag, € 17,50 (gebonden), € 15 (paperback)

HH

terug